De meter kan niet worden aangezet of er wordt op de display niets weergegeven.
De meter is verbonden met een pc en er kan geen meting worden uitgevoerd.
OF de USB-kabel verwijderen en een meting uitvoeren OF de teststrip verwijderen en een gegevensoverdracht starten.
De verbinding tussen de meter en de pc is verbroken.
Verwijder de USB-kabel en sluit deze weer aan en probeer de verbinding weer tot stand te brengen. Neem contact op met Roche als de verbinding opnieuw wordt verbroken.
Er is geen verbinding tussen de meter en de pc.
Sluit de USB-kabel aan en probeer nogmaals de verbinding tot stand te brengen.
De bloedglucoseresultaten zijn niet overgedragen naar een gekoppeld apparaat.
Zorg ervoor dat het gekoppelde apparaat binnen het bereik van de meter is en is ingeschakeld.
Er konden geen gegevens van de meter naar de pc worden overgedragen.
Controleer de pc of de USB-kabel.
Er kunnen geen gegevens worden verzonden naar een gekoppeld apparaat, omdat de meter zich in de Vliegmodus bevindt.
Probeer de gegevens opnieuw over te dragen, als de meter zich niet in de Vliegmodus bevindt.
Er zijn één of meer bloedglucoseresultaten uitgesloten van de berekening van de geselecteerde gemiddelde waarden, omdat de resultaten ongeldig zijn of buiten het meetbereik van het systeem liggen.
Er zijn één of meer bloedglucoseresultaten uitgesloten van de streefwaarde %-gegevens die geselecteerd zijn, omdat de meetresultaten ongeldig zijn.
Er zijn één of meer bloedglucoseresultaten uitgesloten van de geselecteerde lage/hoge gegevens, omdat de meetresultaten ongeldig zijn.
De ingevoerde datum is niet geldig.
Voer de juiste datum in.
Er is een instelling van de meter gewijzigd, terwijl deze zich in de Vliegmodus bevond.
De wijziging van de instelling wordt pas effectief, nadat de Vliegmodus is uitgeschakeld.
Koppeling met een apparaat kan niet worden uitgevoerd, terwijl de meter zich in de Vliegmodus bevindt.
Probeer de koppeling nogmaals tot stand te brengen, als de meter zich niet in de Vliegmodus bevindt.
Het bloedglucoseresultaat is niet naar het standaard gekoppelde apparaat verzonden. De overdracht is nog steeds gaande.
Plaats de meter en het gekoppelde apparaat dichter bij elkaar.
De meter was niet in staat om een koppeling met een apparaat tot stand te brengen.
Probeer nogmaals een koppeling tot stand te brengen.
De teststrip kan beschadigd zijn, niet juist zijn geplaatst of is reeds eerder gebruikt.
Verwijder de teststrip en plaats deze opnieuw of vervang deze als deze beschadigd is of reeds eerder is gebruikt.
Er is een probleem met de meter of de teststrip opgetreden. Herhaal de bloedglucosemeting. Als er een tweede E-3-foutmelding wordt weergegeven, moet u een functiecontrolemeting uitvoeren met de controleoplossing en een nieuwe teststrip.
In zelden voorkomende gevallen kan de E-3-foutmelding betekenen, dat uw bloedglucosewaarde extreem hoog is enboven het meetbereik van het systeem ligt. Als u niet het gevoel heeft dat uw bloedglucosewaarde extreem hoog is, moet u de bloedglucosemeting herhalen. Zie de paragraaf Ongebruikelijke bloedglucoseresultaten in het hoofdstuk Bloedglucosemetingen. Als de E-3-foutmelding na de bloedglucosemeting opnieuw verschijnt, moet u onmiddellijk contact opnemen met uw zorgverlener.
Er is voor een meting niet voldoende bloed of controleoplossing in de teststrip opgezogen of het monster is na het begin van de meting opgezogen.
Gooi de teststrip weg en herhaal de bloedglucose- of functiecontrolemeting.
Het bloed of de controleoplossing was al door de teststrip opgezogen, voordat Breng druppel aan op de display was weergegeven.
Gooi de teststrip weg en herhaal de bloedglucose- of functiecontrolemeting.
Er is een elektronische storing opgetreden.
Verwijder de batterijen, druk ten minste 2 seconden op de Aan/Uit/Set/OK-toets en plaats de batterijen weer terug. Voer een bloedglucosemeting of een functiecontrolemeting uit.
De temperatuur ligt boven of beneden het juiste bereik van het systeem.
Raadpleeg de bijsluiter van de verpakking teststrips voor de condities voor het gebruik van het systeem. Ga naar een ruimte met de juiste condities en herhaal de bloedglucose- of functiecontrolemeting. Probeer de meter niet versneld op te warmen of af te koelen.
De batterijen zijn leeg.
Vervang de batterijen onmiddellijk. Als de melding opnieuw verschijnt nadat de batterijen zijn vervangen, moet u de batterijen verwijderen, ten minste 2 seconden op de Aan/Uit/Set/OK-toets drukken en de batterijen vervolgens weer in de meter plaatsen.
De instellingen van tijd en datum kunnen onjuist zijn.
Controleer of de tijd en de datum juist zijn ingesteld en pas deze zonodig aan.
De teststrip kan beschadigd zijn.
Herhaal de de bloedglucose- of functiecontrolemeting met een nieuwe teststrip.
Uw bloedmonster kan een hoge concentratie aan ascorbaat bevatten.
Neem contact op met uw zorgverlener.
Er kunnen zich vloeistof of vreemd materiaal in de uitsparing voor de teststrip bevinden.
Verwijder de teststrip en plaats deze opnieuw in de meter of herhaal de bloedglucose- of functiecontrolemeting met een nieuwe teststrip. Als het probleem hiermee niet is opgelost, moet u contact opnemen met Roche.
Er is een elektronische storing opgetreden.
Neem contact op met Roche.
De tijd en datum op de meter zijn aangepast aan de tijd en datum op het gekoppelde apparaat.
Er bevinden zich geen resultaten in het logboek.
Er bevindt zich een ongeldig resultaat in het logboek.
Er zijn voor de geselecteerde gegevens geen meetresultaten beschikbaar.
Er zijn voor de geselecteerde gegevens geen meetresultaten beschikbaar.
Streefwaarden is ingesteld op Uit en er zijn voor de streefwaarde %-gegevens geen resultaten opgeslagen in de meter.
Streefwaarden is ingesteld op Uit en er zijn voor de laag/ hoog-gegevens geen resultaten opgeslagen in de meter.
Er zijn voor de geselecteerde gegevens geen resultaten opgeslagen in de meter.
Er zijn voor de geselecteerde gegevens geen resultaten opgeslagen in de meter.
Patronen is ingesteld op Aan, maar er zijn geen actieve patronen opgeslagen in de meter.
Patronen is ingesteld op Uit.
De bloedglucosewaarde kan hoger zijn dan het meetbereik van het systeem.
Zie de paragraaf Ongebruikelijke Bloedglucoseresultaten in het hoofdstuk Bloedglucosemetingen.
De bloedglucosewaarde kan lager zijn dan het meetbereik van het systeem.
Zie de paragraaf Ongebruikelijke Bloedglucoseresultaten in het hoofdstuk Bloedglucosemetingen.