Sorry,you need to enable JavaScript to visit this website.
hamburger overlay

Veel gestelde vragen

Algemene vragen

Als het niet mogelijk is om een test uit te voeren, worden therapeutische beslissingen wellicht met vertraging genomen, wat weer kan leiden tot ernstige medische problemen.

Er wordt dan ook met klem aangeraden om:

  • Een set reservebatterijen bij de hand te houden aangezien de levensduur van de batterijen kan schommelen onder invloed van factoren als temperatuur en de fabrikant van de batterijen.​
  • Zorg dat u over een alternatieve testmethode beschikt. Een alternatieve testmethode kan bijvoorbeeld bestaan uit een reservemeter en meetstrips. ​​Informeer bij uw zorgverlener of apotheker naar andere alternatieve methoden.​
  • Als u nog vragen heeft, kan u altijd contact opnemen met onze Accu-Chek Service via 0800 93 626 voor verdere ondersteuning.

Ja. Het Accu-Chek Aviva systeem is goedgekeurd voor het nemen van verse capillaire, veneuze, arteriële en neonatale bloedmonsters

Omdat je controle- en laboratoriumtesten niet hetzelfde meten, zullen deze waarden waarschijnlijk verschillen. Bij laboratoriumtesten wordt over het algemeen met plasma getest, maar een meter gebruikt volbloed. Daarom zal je meter, zelfs als beide testen op exact hetzelfde tijdstip worden gedaan, waarschijnlijk een lagere waarde geven dan de laboratoriumresultaten. Dit is volkomen normaal en uw medische zorgverlener zal dit al hebben ingecalculeerd.

Roche doet er alles aan om veilige, nauwkeurige en betrouwbare producten te leveren.

Een partij Accu-Chek-teststrips bestaat uit miljoenen strips. Van elke partij wordt een op de 100 verpakkingen getest op consistente prestaties. Verpakkingen die representatief zijn voor de hele partij worden een tweede keer getest, deels in een laboratoriumomgeving en deels met bloed van mensen met diabetes om een reële omgeving na te bootsen.

Meter instellingen en batterijen

Raadpleeg de instructies in de handleiding voor de juiste benadering van problemen die zich mogelijk voordoen.
Als de instructies in de handleiding geen oplossing bieden voor de situatie, kan u via 0800 93 626 contact opnemen met onze de Accu-Chek Service voor verdere ondersteuning.

Onderhoud van de meter en batterij

Raadpleeg de instructies in de handleiding voor de juiste benadering van problemen die zich mogelijk voordoen.
Als de instructies in de handleiding geen oplossing bieden voor de situatie, kan u via 0800 93 626 contact opnemen met onze Accu-Chek Service klantenservice voor verder ondersteuning.

Bezoek de Foutmeldingen pagina van je meter voor meer uitleg of download hier de gebruikershandleiding van jouw meter.

Reinig de gebieden rond sleuven en openingen en zorg ervoor dat er geen vocht inkomt. Je moet ook het hele meteroppervlak schoonvegen, inclusief de display van de meter.

Veeg de buitenkant van de meter voorzichtig af met een zachte doek, die licht bevochtigd is met een van de volgende reinigingsmiddelen (wring teveel vloeistof uit):

  • 70 % isopropylalcohol
  • Een oplossing van een mild afwasmiddel en water
  • Een 10 % bleekwateroplossing (1 deel bleekwater plus 9 delen water), dagelijks vers aangemaakt.

Reinigen is gewoon het vuil verwijderen van de meter. Bij desinfecteren gaat het om het verwijderen van de meeste, maar niet alle, ziekteverwekkende en andere soorten micro-organismen.

Reinig en desinfecteer uw meter één keer per week of elke keer als er bloed op de meter komt. Je moet de meter ook reinigen voordat iemand anders hem gebruikt.

De gegevens in het geheugen gaan niet verloren bij het vervangen van de batterij en de tijd en datum blijven behouden tot 72u na het verwijderen van de batterij.

De meter bevat één lithiumbatterij van 3 Volt, knoopcel type CR2032. Dit type batterij is algemeen verkrijgbaar. Het is aan te bevelen om een reservebatterij beschikbaar te hebben.

Zorg er voor dat je nieuwe lithiumbatterij van 3 Volt, type CR2032, ter beschikking hebt. Open het deksel van het batterijcompartiment aan de onderkant van de meter door het lipje in de richting van het pijltje in te drukken en het deksel omhoog te trekken. Verwijder de oude batterij. Plaats de nieuwe batterij met het (+) symbool naar boven gericht in de meter. Breng het deksel van het batterijcompartiment weer op zijn plaats en druk deze dicht.

De levensduur van de batterij bedraagt ongeveer 2000 metingen.

Bekijk deze korte video om te kijken hoe eenvoudig het is om de datum en tijd in te stellen.

Om de instellingen aan te passen:

  1. Druk kort op de Aan/Uit/Set-toets om de meter aan te zetten. Het knipperende teststripsymbool verschijnt op de display.
  2. Druk op de Aan/Uit/Set-toets en houd deze toets ingedrukt tot set-up op de display wordt weergegeven. De uurweergave knippert.
  3. Druk kort op de linkerpijl of de rechterpijl om het aantal uren te verlagen resp. te verhogen. Druk kort op de Aan/Uit/Set-toets om het aantal uren in te stellen. De minutenweergave knippert.
  4. Herhaal stap 3 om de minuten, de dag, de maand en het jaar in te stellen. Voor het instellen van andere functies druk je kort op de Aan/Uit/Set-toets. De instelmodus kan worden verlaten, door op de Aan/Uit/Set-toets te drukken en deze toets ingedrukt te houden tot het knipperende teststripsymbool op de display verschijnt.

Specifieke eigenschappen

Nee, de meter geeft niet langer automatisch een waarschuwing als de vervaldatum van de teststripverpakking binnenkort verstrijkt en maakt metingen niet onmogelijk als de datum verstreken is.

Nee. De resultaten worden automatisch geregistreerd. Bij meer dan 500 waarden zal de meter de oudste registratie wissen.

De meter is compatibel met alle data management tools van Accu-Chek en emminens eConecta.

Ja. Ga naar de instelmodus en schakel het geluidsignaal uit.

Je kunt tot 4 herinneringen instellen per dag.

Herinneringen aan metingen geven elke dag op dezelfde tijd een akoestisch signaal en laten iedere 2 minuten maximaal 3 keer een pieptoon horen. De herinneringen kunnen worden uitgeschakeld door een teststrip te plaatsen of door op een willekeurige toets te drukken.

Ja. Als het resultaat van een meting, die voor een maaltijd is uitgevoerd, tevens is gemarkeerd met een herinnering aan een meting na de maaltijd, herinnert de meter je er 1 uur of 2 uren na deze bloedglucosemeting door een akoestisch signaal aan, dat je na de maaltijd een meting uit dient te voeren.

Het markeren van een meetresultaat en het instellen van een herinnering aan een meting na de maaltijd worden als volgt uitgevoerd:

  1. Voer een bloedglucosemeting uit. Het bloedglucoseresultaat wordt op de display weergegeven.
  2. Laat de teststrip in de meter. Druk kort op de linkerpijl of rechterpijl om door de verschillende mogelijkheden voor het markeren van meetresultaten en de herinnering aan een meting na de maaltijd te bladeren.
  3. Als de markering of de herinnering aan een meting, die je wilt selecteren, op de display wordt weergegeven, moet u de teststrip uit de meter verwijderen.

Er zijn 3 types gemiddelden: algemeen, Voor maaltijd of Na maaltijd. Druk bij de in- of uitgeschakelde meter kort op de linkerpijl of rechterpijl om in de geheugenmodus te komen. Het meest recente meetresultaat wordt op de display weergegeven.

  • Druk op de linkerpijl om de voorgaande meetresultaten in de volgorde van de meest recente tot de oudste te bekijken.
  • Druk op de rechterpijl om de gemiddelde waarde van de meetwaarden van 7, 14, 30 of 90 dagen te bekijken.
  • Blijf op de rechterpijl drukken om de gemiddelde waarden van de Voor maaltijd- en de Na maaltijd-meetwaarden van 7, 14, 30 of 90 dagen te bekijken.

Teststrips en controlevloeistof

Resultaten van functiecontrolemetingen worden in het geheugen opgeslagen, maar kunnen niet op de meter worden bekeken. Om de opgeslagen resultaten van functiecontrolemetingen te kunnen bekijken, moeten deze eerst naar een geschikt softwareprogramma worden overgedragen.

Net zoals je steeds vers bloed moet gebruiken voor het uitvoeren van een bloedglucosetest, dient ook een 'propere' controlevloeistofflesje gebruikt te worden om besmetting te voorkomen. Het uiteinde van het flesje controlevloeistof dient afgeveegd te worden zodat enkel de vloeistof uit het flesje zelf gebruikt wordt voor de test.

De Accu-Chek Aviva meter herkent automatisch de Accu-Chek Aviva controlevloeistof. Een kwaliteitstest uitvoeren gaat dus eenvoudiger dan ooit. Maak eerst het uiteinde van het flesje controlevloeistof proper. Plaats vervolgens de meter op een vlak oppervlak, breng de teststrook in, en breng een druppel controlevloeistof vooraan op de rand van de teststrook aan. Een resultaat met een knipperende “L” wordt weergegeven. Druk eenmaal op de pijltjestoetsen om de controletest met niveau 1, of tweemaal om niveau 2 aan te duiden. Druk op de AAN/UIT-knop om het gekozen niveau in de meter op te slaan. Het controleresultaat en “OK” worden beurtelings op de display weergegeven als het resultaat binnen bereik is.

Door het uitvoeren van een functiecontrolemeting kan je het goede functioneren van de meter en de teststrips controleren. Een functiecontrolemeting dient te worden uitgevoerd:

  • als je een nieuwe verpakking teststrips in gebruik hebt genomen.
  • als je de flacon teststrips open hebt laten staan.
  • als je vermoedt, dat de teststrips beschadigd zijn.
  • als je de werking van de meter en de teststrips wilt controleren.
  • als je de teststrips bij extreme temperaturen en/of luchtvochtigheid hebt bewaard.
  • als je de meter hebt laten vallen.
  • als je meetresultaat niet in overeenstemming is met je fysieke toestand.
  • als je wilt controleren of je de meting juist uitvoert.

Nee, gooi de teststrips weg, als de vervaldatum overschreden is.

Nee. De Accu-Chek Aviva bloedglucosemeters werken enkel met Accu-Chek Aviva teststrips.

De bloedglucose meten

Je kunt ook bloedmonsters afnemen op andere plaatsen van het lichaam dan je vingertop. Alternatieve prikplaatsen zijn o.a. de handpalm, de onderarm en de bovenarm.

Er verschijnt een E4-foutmelding op de meter, dat zegt dat er niet voldoende bloed in de teststrip is opgezogen. Gooi de teststrip weg en herhaal de bloedglucosemeting.

Van zodra er voldoende bloed werd opgezogen door de teststrook, detecteert het systeem dit en start het automatisch de test ook al is er nog geel zichtbaar in het venster. De gebruiker moet alleen wat extra bloed aanbrengen wanneer het bloeddruppelsymbool op de display blijft knipperen.

Je hebt slechts een bloeddruppel van 0,6µl nodig.

Was grondig je handen en droog ze nadien goed af. Masseer vervolgens de vinger om de bloedstroom te stimuleren. Vermijd je wijsvinger of duim te gebruiken, omdat dit de vingers zijn die je het meeste gebruikt. Prik in de zijkant van je vingertop met een prikker. Druk vervolgens zacht in je vinger om een kleine druppel bloed te verkrijgen. Gebruik een Accu-Chek prikpen en stel de juiste prikdiepte in voor je huidtype. Raadpleeg de gebruikershandleiding voor meer informatie.